Je droeg me op
De grootste ster te kiezen
Je zei me
Dat ook jij zo voor mij wilde zijn
Niet altijd zichtbaar – tastbaar - hoorbaar
Maar wel aanwezig,
Voelbaar in m’n hart.
De schittering tijdens je nachtelijke reis
Was de liefde die om me heen sprankelde
Je gouden gloed tegen het felle maanlicht
Was de warmte die ik vond als ik je aankeek.
Maar nu
Zijn er geen sterren meer
Weg is de sprankeling van het leven
Alleen de kilte van de duisternis rust in m’n hart.
Zal je ooit nog een keertje schijnen?
Zou je ooit nog een keertje willen schitteren?
Voor mij…
En niemand anders?
Was het een valse belofte?
Of een onbewuste leugen?
Of was het, het lot dat je zo ver bracht?
Was het ons lot dat besliste dat je moest vallen?
Ik heb je zien vallen.
Ik heb een vallende ster gezien.
Mag ik dan een laatste wens doen?
Schijn nog één keer
Voor mij
Want ik mis je zo.