Op tafel tien keer tikken, als altijd,
die dansen mij door ’t spel van schrijven heen,
beginnen waar het einde net verdween,
door “hard en zacht” behouden en beg’leid
langs wegen vol gevaar: een writers block,
een schaars moment van scheuren en gestreep.
Maar toch, het houdt de schrijver in z’n greep,
de lezer zo vermaken, want ad hoc
blijft pennen zuiver, puur genot: een woord
noteren, zelfs de schrijver goed gezind,
maar tóch iets, wat bij lezers beter scoort.
Want daar komt echt geen schrijver onderuit:
het “metri causa” telt niet mee; begint
toch bij het metrum, daar gaat vlijt vanuit.