Maanden zijn voorbij geslapen; ik werd wakker in een ander huis, ver van alles wat mij dierbaar was – waar waren de oude tijden gebleven, hoe kwam ik hier te staan – naakt en zo geschonden, ach ik was zelf van thuis gegaan.
Toch de dromen bleven bij me, zelfs in andermans bed, mijn liefde lag nog altijd in m’n armen (en ik in de zijne op mijn buurt), tenslotte toen ik de ogen eindelijk opende, was ik slechts voor even getreurd, want hij vertelde mij, dat ik eindelijk