De druppels tikken op het raam,
de wind woeit door de straat.
Ik heb het koud,
ik lig wakker,
met een gevoel dat me niet met rust laat.
Ik sluit mijn ogen,
maar slaap wil niet komen.
Ik denk aan jou,
aan je lach,
en kan zo zonder slapen toch nog wegdromen.
Ik draai me weer eens om voor de zoveelste keer,
m'n arm op het matras, want jij ligt er niet meer.
Gek van het gepieker in mijn hoofd,
maar huilen wil ik niet,
huilen zou ik niet,
dat is wat ik mezelf heb belooft.
Het is dat ene moment dat ik besef,
dat de gevoelens uit mijn verdrukking groeien,
het te laat is,
en mijn eerste tranen op het dekbed vloeien.
Ik mis de morgen,
de middag,
de avond,
alle nachten met jou,
ik wil je hier bij mij.. schat waar blijf je nou?
Kon ik me maar aan je kluisteren,
lieve woordjes aan je fluisteren,
je nooit meer laten gaan,
elke morgen met je opstaan.
Ik word wakker van de wekker,
er is weer een nacht voorbij,
na nog een paar van deze nachten,
ben je eindelijk weer bij mij..