Wie is toch die jongen daar?
Die jongen maakt het zelfde gebaar.
Als ik me alleen voel ga ik naar hem toe
Want ik weet, die jongen is nooit moe.
Alleen als ik ga slapen dan is hij weg.
En als ik in me bed lig en ik heb pijn, dan heb ik pech.
Maar tog weet ik dat die jongen altijd voor mij klaarstaat.
Ook als het hem niet aanstaat.
Die jongen is als een beste vriend voor mij.
Ookal ben ik niet blij.
Als ik mijn dag niet heb, dan weet ik dat hij dat ook niet heeft.
En daarom weet ik dat ik zoveel om hem geef.
Maar wat zie ik daar tot mijn schrik?
Die jongen in de spiegel.. dat ben ik!