Als een rups zat ik gevangen
ooit en ergens, in een cocon
Strak in een jasje van bescherming gebonden
maar claustrofobisch van gebrek aan vrijheid
In een worsteling om de vrijheid te zien,
haar op te snuiven en waar te nemen
zag ik dat ik vleugels kreeg
Je hebt me nooit echt losgelaten
ook al verliet ik je als mijn huid
Mijn afdruk staat voor altijd in je
maar ik leef met een herinnering
jij die mij bescherming dacht te geven
Maar me eigenlijk verstikte
En eens dan voel je het leven
het komt in een vlaag van verstandsverbijstering:
een gloed van licht dat door de bomen schijnt
een betovering zit in een klein hoekje
net als een ongeluk
Maar dat weet jij nu pas
en ik al lang
Het leven maakt me gretig, vriend
ik wil het vangen met alles wat ik heb
En gevangenschap maakt agressief
bedaart alleen het gezond verstand
Mijn cocon begon scheuren te tonen
van de ontelbare keren dat ik mijn frustratie
van me af schopte
Zo hulpeloos als ik was
En toen op een zekere dag
wist ik: het is genoeg zo
De tijd tikt door, de zon komt op
tijd voor mij om verder te gaan
Je moet niet leven in het verleden
en je moet niet profiteren van anderen
iets wat jij vast ooit zult leren
Nu ik niet meer bij je ben
Bevrijd en ook door God verheven
voelde ik mij op die mooie dag
Dat ik mijzelf in de ogen keek
en zei: nu is het klaar
Met hart en ziel door kramp gebroken,
van al die maanden worstelen,
scheurde de vriendschap die nooit had bestaan
in honderd duizend stukjes
en ik vloog
Boven me de hemel
waarvan ik niet weet waar die is
En onder mij de aarde
die me te heet onder de voeten werd
Ik snuif de vrijheid op als ik zweef
en eindelijk voel ik weer dat ik leef
Eindelijk kan ik mezelf weer zijn
een vrije ziel,
een vlinder
Niet langer in cocon gebonden
bedank ik hartelijk voor de steun die het gaf
Die ik uiteindelijk aan mezelf heb te danken
Vlieg ik mijn leven tegemoet
met mijn herinneringen onder mijn vleugels
De zon schijnt erop en ik weet: het is goed
als ik neerstrijk op een ster
Beneden mij
ooit goed bedoeld,
wordt een rups gevangen
Door een jas van bescherming, maar eigenlijk meer
een botsing van verlangens
En angstig richt zij zich omhoog
denkt: was ik maar een vlinder
- omdat ieder mens op een punt hoopt te komen/komt, wanneer hij ineens alles begrijpt -