De dagen waaien weg,
Mijn boek slaat open,
Bladeren vallen van mijn takken,
Wanneer de wind,
Ze als mijn zondes meeneemt.
Herinneringen vervangen,
Tranen drogen op,
Eisen smelten,
De verlangens zakken langzaam weg.
Zweigend luister ik naar de wind,
Die tegen mij verluisterd,
Dat ik mijn nieuwe start,
Nu eindelijk, vind..