Verdwaald (III)
Haar adem brengt geen lucht in beweging,
de dokter fluistert
(alsof hij haar kan storen),
zacht in de kou van deze motelkamer,
dat ik geen kans had en
te laat was
Maar ik was niet te laat
alleen maar op de verkeerde weg
zoals altijd,
verdwaald op de verkeerde weg
En ze ligt verstild in dit witte bed,
ik denk dat ik door haar heen kan zien,
meer van haar kan zien
dan ik ooit eerder heb gekund
Een last
(vluchtig eens)
drukt me nederig op de knieƫn
(ik wil bidden, lijmen, uitdrijven)
Maar in Amanda beweegt niets
en het bed kraakt niet
en de dokter sluit de deur
Amanda help me,
wijs me op nieuwe hoop
Maar iets definitiefs zoals zoute tranen en grijs stof
groeit en neemt de kamer over
Sorry
voor de duizendste maal,
Sorry
En in deze genadeloze ochtend,
dragen ze haar weg,
Amanda
(een zonnestraal legt een gouden streep over het laken)
bezwijgt voor altijd haar valse hoop op iets beters
en ik zwijg
want mijn woorden
brengen me altijd op het verkeerde pad
(en ik stap op
en verdwaal)