Ik stond nu voor haar huis
Waar ik nooit eerder was
Maar waar ik stil verwachtte
Haar ogen die gezellig lachten
En bij het binnengaan
Zag ik een souterrain
Met hoge staken planten
Voor diepe ramen staan
Een gang met fietsen
De kamer lager dan de trap
Een zitje bij de ronde gele haard
Twee katten
Dik en behaagziek kroelend
Roodkoper avondlicht
Verzittend na een heerlijk maal
Overspoelend
olielampen lichtjes
We kwamen langzaam op verhaal
Bij het zoete smelten van het nippen
Van twinkelende rode wijn
Geschonken in kristallen glazen
Waar we in elkaars ogen en ons lippen
Geheimen van de liefde lazen
Zo ging de avond uur na uur
Tot meters in de nacht
Zij deed de zijdeur open
Van de achterkamer
Waar een zijdezacht
Ruim en blankgestreken bed
Ons verder in de liefde bracht