Ik loop nu in een tunnel van duisternis vervuld
Jij bent het enige lichtpuntje dat zich daarin onhuld.
Ik wil verder weg lopen, door de tunnel, weg van dat licht.
dat langzaam maar zeker meer de vorm krijgt van jou gezicht.
Maar ik word er steeds weer naartoe gezogen,
en de tunnel wordt steeds gekker verbogen.
Ik hoop dat er verder in de tunnel zich nog een ander licht voordoet,
zodat ik jou vergeet, dat doet me goed.
Ik hoop dat je het weet,
Dat ik je nooit echt vergeet.
Ben nogsteeds gek,
gek op jou,
bij jou is mijn stek.
Ik loop verder door het duister,
Achter me hoor ik het gefluister.
gefluister van je stem,
die ik zo herken.
Ik herken m uit duizend,
een steen valt neer beneden, Suizen.
verder door het duister,
maar wordt nogsteeds aangetrokken door jou gefluister.
ik mis je zo,
Het wordt nog donkerder en ik wacht op een ster,
een ster die die weg naar jou,
Verlichten zou.
een andere weg,
een weg naar iets anders,
iets dat anders is, iets schranders.
Iets wat me vreugde zal geven,
Nieuwe vreugde in mijn leven,
De vreugde die jij mij hebt gegeven.
Iets wat de duisternis weg zal nemen,
Iets wat mijn hartje zal claimen.
weg uit het duister,
geen gefluister.
de weg is nog langer,
maar ik word steeds banger.
de duisternis jaag me de stuipen op me lijf,
ik wrijf,
wrijf in mn handen in de hoop dat het warmer wordt.
Ik hoop op iets dat deze gevoelens opschort,
laat me nu maar even doen.
de duisternis houd maar niet op,
hou die dan voorlopig nog niet op?