---------------------------------------------
Jij zat daar op het schilderij
Met al je mooie kleuren
In een halfduistere grot
Met een muffe dodengeur
Ik zag de slang en de slak
En ook de magere hondjes
De schedel en verwelkte bloem
En de man van het geweld
Alleen ik zag je zitten daar
In de rechterbovenhoek
Jij gaf het schilderij haar kleur
Van het eeuwige bestaan
Ik wilde je even aanraken
Waarna je opvliegen zou
Maar de regel die luidde:
“ Raak geen schilderijen aan!”
Ik onderzocht het schilderij
Er was zoveel op te zien
Het kompas en de zandloper
En vooral de omgevallen lamp
Maar ookal was het lichtje uit
Een vlinder leeft, ook dan, voort
Geeft een mens als mij de kracht
En heeft een schitterende betekenis
De vlinder is de eeuwige ziel
Onverloren, nooit vermist en toch vrij
---------------------------------------------
*gemaakt na aanleiding van een schilderij dat ik gezien heb in een museum*