Een knal in de verte, het huis bestaat niet meer.
Ren snel,
want ze komen weer,
je ziet ze niet, maar ze zijn er wel.
Het lijkt of er iemand dichterbij komt,
de hond gromt,
hij kijkt naar me met zielige ogen,
net of hij gaat huilen.
De muizen bewogen,
weer een knal, ze moeten schuilen.
Voetstappen, een been en nog een been.
Plots niets meer, en daar sterft er weer één.