De liefde bezongen en bedwongen,
eenzaam en klein op een groot toneel,
een orkaankracht uit versleten longen,
haar hart gegeven, misschien iets teveel.
In mijn gevoel zag ik haar zweven,
tussen microfoon en accordeon,
reumatische handjes die beven,
een verontschuldiging, een pardon...
Haar lichaam ontwricht, haar hart verwond,
een lever doordrenkt van de alcohol,
een hand op haar heup, een ander op d'r platte kont,
zie ik haar grijns: "Nee, nu nog niet, eerst even lol"
Zij balanceerde op het randje van de bunhe,
tussen het eeuwig mogen zingen of de dood.
Ze vocht om te overwinnen met rancune,
tegen haar vijand, die haar later ontbood.
Haar vale gezicht, in het spotlicht des leven,
zong ze "Nee, het spijt me niet",
terwijl ze tussen pijn en verdriet bleef zweven,
bleef ze geloven in het liefdes-lied.
Nu onder een hemel grauw en grijs,
hoor ik een melodie, "la vie en rose".
Ergens in het eeuwe-oude Parijs,
klinkt een stem die je doet geloven,
dat Piaf weer rondvliegt en is herboren,
ssttt... laten we "haar" rust niet verstoren.