Je doet wel open maar je bent er niet.
Diep van binnen verborgen,
vergrendeld met grote sloten
en vergroeid met een dikke huid.
Was je maar ondergedoken,
en daar een poosje gebleven.
Had je laten helpen met dragen
dan was je misschien wel geraakt.
Of zelfs overgehaald door tedere armen
die krachtig zouden toetsen
hoe jouw ziel gewogen wil worden
om je dan te krullen tegen een warm lijf.
Was gaan gillen en schelden
in plaats van schuw verstoppen.
Was maar kwijtgeraakt
wat je wilde verliezen.
Dan waren de sloten gebarsten
had zonlicht je huid doen slinken
je ogen waren open gesprongen
en je tranen gaan stromen.
Zullen we elkaar ooit omhelzen
met een teder gebaar en vredige rust?
Luid roepend en schaterlachend
liefde drinken met volle teugen
Blijf je, bang?