tijdens een wandeling
zag ze een man de ganzen voeren
het meisje bleef staan kijken
stond gewoon te koekeloeren
de man liep een eindje met haar mee
en begon te praten
hij wilde haar vaker zien
het meisje was te bang om hem te laten
de man bleef naast haar lopen
wilde wat afspreken
het meisje werd bang
maar durfde het gesprek niet af te breken
de man legde telkens zijn hand op haar schouders
het meisje verstijfde bij elke aanraking
hoe kwam ze van hem af
was dit een gewone kennismaking
het meisje liep met twijfels in haar hoofd
is ze te slecht van vertrouwen
of is dit toch niet gewoon
wilde die man alleen maar een vriendschap opbouwen
het voelde voor haar niet goed
ze moest hem kwijt
ze wist alleen niet hoe
straks stond ze bij hem in het krijt
die man trok haar naar een plekje
niemand die ze daar zag
ze moest een afspraak maken
misschien dat ze daarna gaan mag
die man nam afscheid
het meisje liep gauw door
ze wist niet waar ze heen moest lopen
hij mocht haar niet achtervolgen hoor
ze liep met een omweg naar huis
ze werd banger en banger
bleef achter om kijken
en de weg naar huis werd steeds langer
eenmaal thuis bleef ze bang
dacht dat hij nu wist waar ze zou wonen
sloot zich op in bad
boos omdat ze weer niet voor zichzelf op kon komen