Voor mijn allerliefste, David:
Ik lig op een groot grasveld in de zon.
Sluit mijn ogen, en zie je gezicht.
Je gezicht oogverblindend door de zon.
Maar je bent er niet.
Ik staar uit het raam. En zie je gezicht in de wolken.
Langzaam naderen ze naar elkaar.
Maar je bent er niet.
Plots voel ik twee armen om mijn middel heen.
Een tedere zoen op mijn wang.
Ik draai me om
Je bent er!
Wat is dat een heerlijk en fijn gevoel.
Ik houd van jou.