Pronken en lonken,
de eeuwige zonde
ter bescherming tegen
het lavement van bedrog:
weggespoelde eigenwaarde
in een bodemloze trog;
fermenterend venijn
drogeert het valse zwijn
dat gulzig smakkend
de rotzooi vreet.
Angst voor eigen wapens
in vertrouwde handen
duwt verstand opzij;
gereflecteerde zonde
die verwijten krijgt
-of zelfs klappen deelt
als kaarten van de rede
machteloos zijn uitgespeeld-
verstart het hart compleet.