Ik trek het wolken-dek-bed over mij heen,
Zodat ik kan blijven dromen over mijn luchtkastelen.
In het kalme oog van de storm, wind ik mij niet op.
Één ding staat centraal, waar alles om heen draait.
Alsof een bries, mijn begeertes bekoelt.
Is de hitte in mijn hart, het enige wat wordt gevoeld.
Jij stormt
door Mij heen.