Een rijke man, liep ooit over straat.
Zijn leventje liep gesmeert en op maat.
Hij keek, en zag...
In het duisterste hoekje van de steeg.
Een arme man, zijn kleren gescheurt, zijn broekspijp versleten. Stiletjes in een hoek, zijn leefruim gemeten.
Hij keek, en zag...
In het lichtste hoekje van de steeg.
De rijke man, door wat hij gezien had verbluft,
beschreef: ongelukkig, zijn lichaam krakkenmikig.
De hele dag lijden, de "niet van zijn soort" mijden.
De arme man, door wat hij gehoort had verbluft,
nam een paar stappen naar voren en keek de man recht aan en zei: "wat zie je?" "een ongelukige ziel"
"kom dichterbij en kijk nog eens"
De rijke man keek diep in de duistere ogen van de arme man,
en zag tot zijn verschriking zijn spiegelbeeld gereflecteert...