Ik ben gevlucht, met de noorderzon
verdwenen en verandert. Jij kent mij
nog als wie ik was voordat, als bomen
en het gras, de seizoenen invloed kregen
en de herfts mij overviel.
De bladeren, bruin als ze worden, zullen
de demping zijn voor wanneer ik struikel
en met ogen wijd geopend - wederom -
in je web van valse beloften val.
Januari nadert en van binnen wordt het
koud, jouw armen stevig om mijn schouders
warmen niet voldoende om mijn bevroren hart
nog eenmaal te ontdooien.
Neem dan afscheid en
maak het ditmaal toch
voorgoed.