Je schreeuwt tegen me dat je me haat,
ik zie de woede op je gelaat.
Je kijkt me aan met vurige ogen,
zullen ze ooit weer naar me knipogen?
Je zegt dat me nooit meer wilt zien,
gaat het over heel heel misschien?
Dan breekt er ook iets in mij,
we maken iets kapot dat weten we allebei.
Ik begin tegen je te schreeuwen,
de pijn in mijn hart ik wil het wel uitschreeuwen.
Waarom doe je me altijd zo ontzettend veel pijn,
waarom kunnen wij gewoon niet vader en dochter zijn?
Tussen ons zal het wel nooit zoals als vroeger zijn,
jij doet mij keer op keer toch teveel pijn.
Ik sluit me af voor jouw als jij weer zo doet,
onze relatie is kapot en het is voorgoed.
De woorden kunnen me niet meer pijn doen,
en ik zal mijn hart nooit meer voor jouw opendoen.
Het is te vaak gebeurt,
onze relatie is tot droevens toe besmeurd.
Het zal wel nooit meer goed komen,
we moeten er allebei maar overheen komen.
we vragen elkaar nooit meer te nimmer vergiffenis,
en zo worden de woorden woorden zonder een betekenis.