We leven op een dwaalspoor,
te donker en te slingerend om met het blote oog te zien.
We leven op een dwaalspoor,
het licht, de bomen en de huizen bestaan niet meer sindsdien.
We leven op een dwaalspoor,
langs verlaten boerderijen, kastelen en zwart geblakerde kerken.
We leven op een dwaalspoor,
totdat onze tranen de liefde en haat zullen verwerken.
We leven op een dwaalspoor,
in gedachten, de nachten en met overstromende dijken.
Samen leven we op een dwaalspoor,
waarbij we alle zijsporen zullen ontwijken.