Een stap,
Een traan,
Een bonzend hart.
De angst,
Deed gekke dingen
Met hem.
Zijn haar zakte in,
Het zweet zat overal,
De tranen bleven lopen.
De angst werd verdreven,
Door de woede van thuis.
Hij kon dit niet meer aan.
Mensen wachtend op het station,
terwijl de trein steeds later komt,
en niemand die weet waardoor.
De mensen in de trein geschrokken,
Door een plotselinge klap,
Waarna ze stil stonden.
Hulpverleners kwamen te laat,
De daad was al gedaan.
Niemand die van te voren kon weten,
Dat deze jongen zou gaan springen.
(Dit gedicht is gemaakt naar aanleiding dat een oudklasgenootje van mijn broertje laatst gesprongen is, en mijn broertje hier erg mee zit)