Rust
Het is half één,
en de telefoon gaat.
Een stem
die mij zegt;
Mijn moeder
is gestorven.
Ik kom ,zeg ik
en kleed me aan,
om naar ze toe te gaan.
Ben blij,
en toch bedroeft...
En ik denk,
Zal ik haar mooie
bruine ogen ooit
weer zien?
Toch weet ik het,
er is geen
misschien.
Haar zorgzame lieve kinderen
zijn in de kamer.
Haar man zit
in de stoel
met zijn stok
in zijn hand.
Hij zegt;
ben zo blij dat je er bent!
Ik loop naar hem toe
en hou even zijn hand vast
en zeg;
k,ga even naar haar toe.
Kijk om de hoek van de kamer
wat ik zo vaak deed.
Zo stil
ligt ze daar..
en glimlach om haar lippen.
ik loop naar haar toe
streel over haar wang en fluister..
Wat duurde het toch lang
voor jou
maar nu
eindelijk heb je rust.