Papa.
Je loopt naar binnen,
naar de koelkast toe.
Pakt een biertje,
doet hem open.
Neemt een slok,
en gaat zitten op een stoel.
Er kan nog net een hoi vanaf,
en wat je hebt gedaan die dag.
Je bent moe van het werken,
en na het eten is dat duidelijk te merken.
Je valt als een blok in slaap,
tot je om een uur of 10 weer ontwaakt.
Het doet me pijn,
om geen echte 'papa' te hebben,
zoals die horen te zijn.
Geen papa die zegt,
ik ben er trots op,
dat jij mijn dochter bent.
Papa, snap je het dan niet,
je bent mijn voorbeeld.
Maar het doet me zo'n verdriet,
om je elke dag zo te zien.
Ik een gewoon gezin hebben,
en niet steeds dingen moeten achter houden,
als ik wat wil vertellen.
Ga je ooit stoppen met drinken, papa,
komt op een dag dan echt alles goed?
Hoef ik dan niet meer pijn te hebben,
en te zien wat het verleden en de drank met je doet?
Papa, ik mis je zo,
weet je nog hoe het was op vakantie?
Het was toen zo gezellig,
wij met zijn viertjes.
Te kaarten in de avond,
maar oh, wat was ik gelukkig.
Want papa, je was er gewoon,
gewoon jij zonder drank.
Anouk.