Opstel Nederlands:
vervolg op een fragment uit het derde boek van Harry Potter.
De pootloze spin was verdwenen. Even staarde iedereen verwilderd om zich heen en keek waar hij was gebleven, maar toen zagen ze een zilverwitte bol in de lucht hangen, voor de ogen van Lupos, die haast loom ‘Ridiculus!’ zei.
Beng!
‘Leonora, jouw beurt!’, schreeuwt professor Lupos haast in één adem. Ze gaat zelfzeker voor de Boeman staan en wacht tot hij verandert in een enorm grote naald die misschien wel achter haar aan komt vliegen. Ze heeft het allemaal geplan. In opperste concentratie gaat ze hem veranderen in een veer die niemand nog kwaad kan doen. Tot ieders grote verbazing doet de Boeman dit net niet. Iedereen wordt stil en voor Leonora staat een grote spiegel met een omlijsting die wel moet dateren van een lang vervlogen tijd. ‘Wie heeft er nu schrik van spiegels?’, zegt Marcel net iets te luid. Leonora voelt de onzekerheid knagen en besluit dan maar voetje per voetje naar de spiegel toe te stappen. ‘Misschien verandert hij in iets angstwekkend als ik er net voor sta’, één van de vele dingen die door haar hoofd spookt.
Stilletjes ziet ze een gedaante verschijnen in de spiegel die altijd maar duidelijker wordt naarmate ze dichterbij komt. Over haar staat een oud dametje met krullig wit haar. Leonora snapt het niet meer. Misschien is het wel een visioen. Misschien is het oude dametje niet zo onschuldig als ze eruit ziet. Wat kan het toch zijn? Leonora kijkt over haar schouder en wacht op een bevestigende blik van professor Lupos. ‘Ga door’, fluisterde hij. Ze ademt nog eens diep in, raapt al haar moed bij elkaar en reikt haar hand uit naar de spiegel. Het dametje beantwoordt die beweging door hetzelfde te doen. Hun handen raken elkaar en Leonora voelt een koude rilling over haar rug gaan. Ze besluit om iets anders te proberen en raakt haar wang aan. Het dametje doet net hetzelfde, alsof ze Leonora’s gedachten kon lezen. Gebeten door verwarring blijft ze aan de grond genageld staan waarop het schattige oude dametje haar begint te wenken. Haar lippen lijken ‘kom, kom maar’ te willen zeggen, maar het geluid blijft aan de andere kant van de spiegel plakken.
Het angstzweet breekt Leonora uit, eindelijk snapt ze het. Het oude dametje is helemaal niet kwaadaardig, het is zijzelf, zoveel jaar later. Ze voelt de kleur uit haar gezicht weg trekken en een leegte vult haar in de plaats. ‘Ik word nooit oud’, fluistert ze naar het oude dametje die op haar beurt luidkeels begint te lachen en zo de stilte verbreekt die al die tijd in de klas heerste. Nietsvermoedend heft Leonora haar toverstok op en richt hem naar de oude spiegel. Een stilte vult de klas terug waarop het dametje pijlsnel haar hand door de spiegel steekt en haar er zo een weg uit probeert te banen. Geschrokken slaken een paar leerlingen een kreet waarop professor Lupos roept ‘focus Leonora, je kan het!’
Even dreigt het mis te gaan maar al snel roept Leonora ‘Ridiculus!’ waarop de spiegel plotseling verandert in een venster waar een rood licht uit schijnt.
Leonora kan een lach niet onderdrukken als ze het oude dametje in een veel te kort rokje ziet knipogen naar Marcel. De hele klas schiet in een lachbui waardoor de Boeman gevuld wordt met verwarring en tevergeefs rond de klas vliegt als een ballon die leegloopt. “Dat is wel genoeg voor vandaag!” schreeuwt Lupos tussen het lachen door waarop hij de Ridiculus bezwering voor de allerlaatste keer uitspreekt en de Boeman zo weer opsluit op de plaats waar hij niemand nog kwaad kan doen.