Ik wilde toch eens iets proberen
naast gedichten musiceren
en dacht: Wie weet, ik word eens lid
van hengelsport waar pit in zit
ik eerst maar hengelen naar de grootste snoek
maar het werd heel wat jengelen
toen maar proberen in een andere hoek
gezellig zittend aan de oever
zoals het schijnt te horen
'morgens vroeg
verloren nachtrust nog wat vroeger
Maar eerst dook mijn dobber
slobber slobber
naar een driewiel kinderfiets
toen een achterwiel met deuken
een spiraalbed en platgetrapt trompet
een eierkoker en wat haarspeld krullen
een schoolrapport met allemaal nullen
een oud matras met gele vlekken
er valt toch heel wat te ontdekken
een verzamelaar komt zeker aan zijn trekken
Ik dacht nu er maar op af
mijn eerste les dat werd een straf
mijn hengel was voor die smalle sloot
veel te lang en veel te groot
er werd geschreeuwd er werd gejouwd
maar dacht ach dat hoort er zeker bij
totdat mijn haakje aan de overkant
in de broekspijp van de leraar schoot
Hij viel en draaide om zijn as
midden in een regenplas
ik met schaamrood op mijn kaken
hij vloekend schreeuwend van de daken
ik vluchtend door het weiland heen
hing mijn hengel aan de wilgen
knotten knikken knakken kraken
Kan alleen maar
vissen achter het net
ik laat me niet meer langer sturen
met een kluitje in het riet
Schoenmaker houdt je ben je leest
ga maar weer gedichten pennen
want die spartelende vissen
met die haakjes in hun kaken
daar kan ik toch niet echt aan wennen
hoe kan men zich daar nu mee vermaken ?
Met gedichten kun je vast geen vis
maar toch wel soms de mensen raken.