Ik heb je niet meer nodig.
Je maakt mijn leven stuk.
Alsjeblieft wordt overbodig.
En blijf af van mijn geluk.
Ik haat je getwijfel en agressie.
Elke keer sleur je me mee de diepte in.
Naar de bodemloze put van jouw depressie.
En ontneemt mij de hoop dat ik je overwin.
Je brengt me altijd terug naar het verleden.
Naar situaties waar ik niet wil zijn.
Je ontneemt mij de kracht van het heden.
En overspoeld me met een golf van oude pijn.
Ik verafschuw je, je hoort niet in mijn leven.
Wat heb ik jouw toch aangedaan?
Waarom kun je me geen voldoening geven?
Wanneer stop je met voor mijn uitweg staan?
Wat moet een mens doorstaan,
om hier overheen te komen?
Hoe raakt iemand zover van zichzelf vandaan,
dat hij alleen nog rust vind in zijn dromen?
Want zelfs vlak voor mijn rust,
kom jij mij nog bestoken.
En stop jij niet tot ik bewust en onbewust,
Tot het laatste stuk ben afgebroken.
Ik kan alleen maar hard zijn tegen mij.
Voor voldoening en liefde is geen plaats meer.
Waarom? Ik kan er met mijn hoofd niet bij.
Het doet me even teveel zeer.