Haar handen laten een laatste teken
in schaduwen die zich speels
vlechten in ijzeren muren,
het enig licht streelt
als tussen voegen
werpt een lief weten
zich binnen,
loop door de open deur
nader tot god,
in het droomgevulde paradijs
maar schrik niet
hier laten wegen
geen spoor bestaan
hoemeer je vreest
te zijn nabij,
vertrouw je hart
te voelen,
een kind gods
te zijn..