Opnieuw daalt de leegte op me neer,
De leegte die ik nu veel te goed ken.
De leegte die ik niet wil kennen,
Het betekend dat je weg bent.
Het betekend dat ik je niet meer kan zien,
Dat ik je niet meer in je ogen kan kijken.
Dat ik langzaam weer vergeet hoe het is,
En je gezicht langzaam vervaagd,
Ik niet meer weet hoe je stem klinkt.
De leegte omhult me, als een deken.
Je handen zijn koud,
Maar de kou die betekend dat je weg bent,
Is duizend maal erger.
Afscheid,
Telkens weer opnieuw.
Het doet pijn,
Anders was het geen afscheid.
Maar ik wil geen pijn meer voelen.
Ik droom,
Over de dingen die zo onmogelijk zijn.
We lachen er om, en zeggen dat ze een hartaanval zou krijgen, als ze het wist.
Maar ik weet het, ik weet het veel te goed,
Dat ze alles bepaald,
Ik wil dat je bij me blijft,
Maar dat betekend het Einde.
En deze liefde mag niet eindigen,
Niet nu ik hem net heb gevonden.