(gs) Zoetgebrek
We kunnen wel kijken, met ogen wijd geopend,
maar het beeld blijft mistroostig. In de vorm van twee –d
realiteit worden gevoelens getoond op schalen
die in de wachtrij staan voor vernieuwing.
Wat zo mooi bedekt was met restanten leven
wordt genadeloos geschrobd en verwijderd,
het hervormt zich weer tot de eenvoud
zodat geestelijk fundament rein wordt.
Jouw restjes liefde, verdwijnen in het water
naast de herinneringen die je toch vergaarde,
mengen zich met het genot, met de pijn.
Het brandende verlangen, wordt ruw gedelgd
Kolkend verdwijnen alle emoties
waar wij onze ogen aan verloren.
Alweer een vergane liefde,
mijn hoop stroomt weg.