De dagen zijn nat, donker en koud
Ik voel me moe, depressief en oud
Ik zou willen huilen, schreeuwen en slapen
De winter is als een duivel, een grot, een wapen
De duivel een plaag, een hel vol kwaad
Waardoor ik mezelf verafschuw en haat
Een grot nat, donker en dicht
Zonder hoop, warmte of licht
Met het mes zo scherp, op de keel
Dan doet de liefde, de warmte niet veel
Ik weet, dit gaat voorbij
Maar tot die tijd
Is het alleen mijn winterblues en mij.