De zon schijnt licht
mijn hoofd op je ontblote schouder
Het is ochtend
en het ijzig vluchten van de meeuwen
doet vermoeden dat het winter is
Wat later, dommelend bij de rivier,
warm jij je nog aan wat jenever
en warm ik me weer aan jou
Het is nu vijftig jaar geleden...
Ik sluit mijn ogen en zie weer voor het eerst je naakte lichaam
We hielden van elkaar
en we droomden van een meer in Finland
-van bij een Castorkachel vrijen in de sneeuw-
Nu zijn we vijftig jaren verder
en net als de jenever
de vervaldatum voorbij
Maar smaken wij nu ook niet beter?
(of toch minstens even goed...)