Ik kijk in de spiegel,
en zie mezelf staan.
Ik zie een traan lopen die halverwege ophoudt met vallen,
er zit daar een vinger die de traan heeft opgevangen.
die vinger haalt de traan weg,
de hele hand pakt men hoofd vast
en draait hem opzij, daar sta jij.
een goeie vriend, want ik heb geleerd
in de slechte tijden komen
de echte vrienden boven drijven,
zoals jij, jij hielp mij er boven op,
en als ik weer naar beneden zak
pak je me vast en tilt me op.
ik kijk naar de spiegel en zie mezelf
en nog iemand staan, een goede vriend.