Je stem omarmt de stomheid
en je lippen spreken enkel
met de kus die twijfel heet
Ze fluisteren zo zacht je wakkerende lust
in het welwillend oor van je geliefde kussen:
"Laat mij verlangen naar de nacht
wanneer het dag is
of verlangen naar de dag
wanneer het nacht is"
je vind een deken in de mist
rolt het nu kleurrijk om je naaktheid
en je geeft je pluizig over
aan comfort met zachte ogen
je hoofd bromt en neuriet
op de tonen van het mes
dat men hier ochtend noemt
en je vingers spelen
in het niets een lied
ze wekken zo dat onbewust gemis
dat zich steeds achter je verstopte
want je weet nu, want je mist
(maar is het HET gemis of EEN gemis?)
En je verwacht gelijk het houden van de warmte
de twijfelende liefde voor de zon die snijdt
en die de dag weer van de nacht bevrijdt...