Blind.
Kijk me niet aan
in de spiegel
ben jij niets.
Als water in stof verandert
zullen de wolken je doen verdwijnen
als regen in de wind,
als zout in het water,
als vuur in het zand.
Achter de heuvels zal jij niet staan
als de klok half 4 slaat en de mist je omsingelt
zal het inkt op mijn blad veranderen
in waar jij blind voor bent want
jij ziet niets.
Van de stenen om het veld waarin
de brokstukken liggen van de vorige storm
die jij veroorzaakte
zie jij niets.
Leeg zal het huis niet zijn
als de lamp aangaat
ben ik weg.
Verder dan je dromen heengaan
wanneer de regen opdroogt.
Verder dan de hartslag van de zee waar
de horizon zijn intocht maakt,
maar verdrinken zal ik niet.
Ik zal de stenen oprapen
en in het veld gaan staan,
de regen opvangen als het in stof vergaat
terwijl jij voor die spiegel staat
maar niets ziet want
jij bent blind
voor mij.