Ziekte en dood
liggen op de loer
om toe te slaan
Keiharde werkelijkheid
ik kan het niet aan
of toch wel is de vraag
die ik mezelf stel.
Het leven geeft
moeite en pijn
keer op keer,
ik leer er mee
om te gaan
met horten
en stooten
Machteloos
voel ik mij
als ik naar
de naakte
waarheid kijk
Ik kan het
niet aanzien
dat lijden,
die pijn
van geliefden
onmenselijk
niet te
aanvaarden.
God waar
ben je nu
komt in me op.
Ik weet
Hij is er wel
maar ik
voel Hem niet
verdriet versluierd
hopeloosheid,
onmacht en frustraties.
Heilige Geest
kom mij te hulp
laat Vrede indalen
in mijn hart
Ik heb je zo nodig.
Onmachtig
voel ik mij
om te doen
wat word
gevraagd ,
een liefdevolle
naaste te zijn.
Het doet te veel pijn
om die aftakeling
te zien, hun worstelen
om elkaar overeind
te houden
zo vertrouwd
en toch er
is afstand
zo alleen kan ik
het aan, God geef hen
liefdevolle naasten
Dat kan iedereen
toch zijn?
Ik ben er wel
op mijn manier
een telefoontje
een kaartje
soms even langs
maar ik wil
eigenlijk meer
doen maar iets
houdt mij tegen
Overlevingsdrang
ben een gevoelige ziel
is mee te leven
maar op zulke momenten
moet ik kracht ervaren
En toch verwacht ik
van God uitredding
en genade, dat is genoeg
om een heel leven lang
gaande te blijven.
Liefdesverdriet.