Je kon niet meer.
Je gaf het op.
Je hebt de strijd tegen de kanker verloren.
Het ging niet meer.
Je hebt gewacht met sterven,
tot het helemaal niet meer ging.
Je wou wachten met sterven,
je wou pas sterven als je weer iedereen samen gezien had.
En twee dagen erna gaf je het op.
We zagen het aan je,oma.
Dat het niet meer ging.
Dat je vlug ging sterven.
Maar hoe we het ook zo wisten,
dat het niet meer voor lang was,
deed het pijn.
Het deed pijn,
dat je er ineens niet meer was.
Alles deed pijn.
Daarom wil ik mijn verjaardag van twee jaar geleden
zo vlug mogelijk vergeten.
De dag ervoor was je gestorven.
Maar je kon niet meer.
Je hebt de strijd tegen kanker verloren,oma.
Je gaf het voor eeuwig op.
Maar je hebt er tegen gevochten.
Je kon niet meer...