Laat de lichten verstommen, hun glans afleggen
ik wil baden in de schemeringen van sereniteit
met stilzwijgendheid van al de geheimen die ik
nooit heb durven uitspreken naar een levende.
Samen met tal van schimmen dans ik op het uur
zwier ik in de naam van doden die jij van alles
het eerste stierf op de klaarlichte dag van nu.
Ik breek de scherven van mijn verstomd hart
in nog meer fragiele stukjes, honderden en meer
opdat je ze nooit meer zal helen met je eeuwig liegen
als was het alles waarvan je de vaardigheid beheerst.
Terwijl het later wordt en de nadering komt
van het uur dat ik je niet meer zie
waarbij je de duur achter je dichtgooit
je wanend in een leven dat je niet lijdt
overdenk ik al je verbintenissen die je
eigenhandig kapot trok met je slagen.
Wanneer ik opnieuw om middernacht
zal verdrinken in de eeuwige helse pijnen
die jij me slaat kust duwt snijd scheld
vechtend te ontwaken uit het geselen
dat jij in mijn leven wist te doen.
Het vallen waarin je me liet
voel ik nog elke dag, en
ook de klanken van de woorden
die ik zelf niet uitspreken durf
schallen eeuwig na in mijn gedacht.