Het vertrouwde stille avonddonker maakt
me vanavond kwaad en verdrietig.
De rust zonder jou voelt keihard
en doet me plots beseffen,
liefde maakt nietig.
Ik word er bang van dat ik me zo klein
voel wanneer je weer weg bent.
Maar angst is niets voor mij,
roep ik altijd stoer
en opvallend
verwend.
Mensen zien vaak maar een buitenkant
nemen geen moeite om verder te kijken.
Zeldzaam zijn diegenen met geduld
en compassie zonder
tegen je aan te
zeiken.
Maar bij jou durf ik te voelen, te zijn en jij
mag ouwehoeren tot het ochtenddauw.
Ik zal elk woord aanhoren, je
proberen te begrijpen en
tegen je zeggen dat
ik van je hou.
De stilte zal ik dus omarmen vanavond, wetende
dat angst me eigenlijk niet kan deren.
Dankbaar zal ik zijn voor jou en
alle mooie kansen die ik kreeg
om mijn eigen tij te
keren.