Een vrolijke lach was als vanzelfsprekend op jouw gezicht.
Ik heb altijd willen weten: Waar haal je die positiviteit vandaan?
Je maakte de mensen vrolijk met je simpele grappen maar nu ben je dan toch van ons heengegaan.
Een eenzame vrouw was je met een heel stil verdriet.
Je liet niemand in je ziel kijken, droeg een masker met gepaste trots.
Maar de mensen keken verder dan het gelaat en vonden in jou een trouwe rots.
Weinig woorden waren nodig om te zien hoe het ging.
Je was snel tevreden met de kleine dingen zoals een vers visje of een vlug bezoek.
We vonden je sterk en je toonde je krachtige hart in die tijd van ziekte, het is en blijft een vloek.
Ik geloof steeds meer dat het werkelijk bestaat,
de vredige rust die jij zeker verdiende en hopelijk hebt gevonden.
Je was dierbaar voor veel mensen en het is een groot gemis.
Maar wees alsjeblieft bij de engelen als ik voor deze keer geloof dat ze bestonden.