Mijn soldaadjes dood.
Roken, roken, roken.
Drinken, drinken, drinken.
Niet bewegen.
Liggen.
Computeren.
Schuldig voelen.
Gevoel van onheil.
Denken het nooit meer te gaan maken.
Verdriet.
Angsten om me heen.
Pijn.
Pijn van binnen.
Ik heb het zo goed gedaan.
Maar wil verder.
Ik zit vast.
Vast in mezelf.
Kom niet verder.
Dat nieuws.
Zo schokkend.
Zo veel gevoel.
Maar iemand van wie ik hou.
Maakt het deels goed
Kan niet zonder hem.
Hij vult mijn leven.
Maakt de leegte vol.
Alles wat ik wil is liefde.