Ik ben in de war, weet niet meer wat ik wil.
Heb zoveel te zeggen, maar men mond is stil.
Op mijn hart zit een groot slot.
Maar jou tranen maken mij kapot.
Jij deed voor mij echt zo hard je best.
Maar ik keek alleen maar om naar de rest.
Sorry dat ik zoveel onzinnige ruzies veroorzaak,
En onze vriendschap steeds meer kapot maak.
Ik doe men best om jou te laten gaan.
Maar ik weet niet of ik zonder jou kan blijven staan.
Jou vriendschap is voor mij zoveel.
Jij vormde voor mij steeds een vangrail.
Je hielp me wanneer ik dat nodig had.
Maar nu ben je alle pijn die ik je deed zat.
Ik kan het je niet langer kwalijk nemen.
Het spijt me voor al deze problemen.