de sterren straalden hun licht
de maan heeft terug haar oogjes dicht
de zon komt onze richting uit
vogeltjes die wakker worden is nu nog het enigste geluid
de nacht houdt het voor bekeken
de dag moet terug haar vruchten kweken
de mens ontwaakt
gelukkig of gekraakt
ogen gaan open
zelfzeker of in een toestand van hopen
ergens verschijnt een glimlach
nog maar bij het besef van een nieuwe dag
tegelijk worden elders tranen geboren
verdrietig om de dag, die de stilte en veiligheid komt verstoren
waar ook overal een glimlach mag zijn
het maakt niet uit voor haar in pijn
zij wenste aan de sterren haar glimlach al zo vaak weer in het leven
maar zelf de sterren kunnen het niet meer geven
de eenzaamheid is haar enigste vriend
gelovend dat zij de zon nooit heeft verdient
de fluitende vogeltjes zingen voor haar niet
het is enkel een uiting van melancholisch verdriet
het ochtendgloren van de dag
een iddylisch beeld welk ze enkel nog in haar dromen zag
want bij elk ontwaken is dit niet het einde van de nacht
maar een even grote duisternis, enkel één waarin men eindeloos op de sterren wacht
sterren en maan verdwijnen
wanneer in iemands leven de zon ook niet meer komt schijnen
die mens is aan het leven
terwijl zij beseft dat het tijd is voor haar om het leven weer uit handen te geven
in een sneeuwtapijt van helder wit
daar is het waar zij, gevangen in haar duisternis, vervreemd van al wat is... helemaal alleen, omring door geluid... in beangstigende stilte... samen met haar tranen... gewoon zit!
-GHM-