Laat me rusten na de wonden
die je in me kerfde met je stem
smaken proevend van bloedende monden
vloekend van al de zonden die ik begaan heb.
Laat me de lichten doven, gordijnen sluiten
bovendien gaat ook de deur op slot
laat me doen alsof ik er niet ben, daarbuiten
ben ik me maar al te bewust van mijn lot.
Ik zwijg van dagen die ik heb geleefd
tranen die ik voelde, heet en bitter
slik ik weg alsof ik echt niet weet
van dat het niet goed zit hier, vanbinnen.
Zuchtend na de wonden
waarvan de pijnen nog
dansen voor m’n ogen
zal het ooit nog beter worden
is het dit dan maar, of
moet ik het zo dan maar geloven.