Tranen stromen, omdat ik je zo verschrikkelijk mis.
Ik zie je wel lopen, maar ga kapot van je gemis.
Ik wil gewoon bij je zijn, met jou alleen.
Gewoon met zn tweeen, zonder mensen om ons heen.
Want als wij samen zijn, gebeurd er iets van binnen,
ik heb met jou iets fijns, en wil wat moois beginnen.
Dus ik wil bij je zijn, met je lachen, met je praten.
Maar nu ben ik alleen, zonder jou, ik voel me zo verlaten.