ze loopt door leidingen,
vloeit in monden van mensen,
ze stroomt door lichamen,
spoelt door toiletten,
ze gaat scheikundige bindingen aan,
verliest atomen,
ze steelt ze weer terug,
kookt later de aardappelen,
ze wast lievelingstruitjes van kleine meisjes,
gaat op in de oceaan,
ze verdampt,
regent neer op het raam,
ze valt tegen het raam van de huilende vrouw,
rolt uit haar ogen,
ze voelt haar verdriet,
helpt haar bij het verwerken van haar verlies,
ze zal binnenkort weer uit haar ogen rollen,
wanneer ze niet meer bijkomt van het lachen,
ze trekt verder langs bergrivieren,
langs grote maagdelijke meren,
ze vliegt,
ze vloeit,
ze voelt,
ze leeft...
ach was ik maar een watermolecule.