’s Nachts is alles mooier
Schaduwen beminnen de voet van menig straatlantaarn.
Mistige wolken verdoezelen elke oneffenheid in het landschap.
Auto’s richten hun zoekende ogen bijna onopgemerkt op het asfalt dat voor hen uitdeint.
’s Nacht is alles mooier
De stilte sluipt doorheen licht omgevingsgeluid de duisternis binnen.
De blaf van honden lijkt van een zachter timbre dan overdag.
De koelte drapeert zich als een deken over de huizen.
’s Nachts is alles mooier
Sterren turen over de daken, op zoek naar de verdwaalde ogen van een late wandelaar.
Een contourenwonder schuift over het glooiende oppervlak van de waterweg voorbij.
Verlichte ramen vullen hier en daar een gaatje ongezelligheid op.
Mijn lief, je bent een baken
een bovenwerkelijke combinatie van warmte en tederheid die naast me ligt.
Mijn koude voeten warmen zich aan jouw vurige blik
Je adem kalmeert mijn spinnende gedachten.
De kamer vult zich met diepe liefde.
Ons bed.
’s Nachts is alles mooier.