Wat eenmaal uit de gouden luister
van je vrouwelijk lichaam brak,
is nu verstrengeld door bekoring
en die vreemde gloed op uw gezicht
is begeerte alleen op mij, een man, gericht.
Ik ben de zilveren maneschijn
die in uw gouden zonnegloed
uit mijn smachten en intens verlangen
altijd aan uw levensadem zal blijven hangen.
Ik hou van jou. Jij houdt van mij
in onze wereld van ontoereikendheid,
want in de verscheidenheid van dag en nacht
leven we voor elkaar: onnoemelijk zacht.
Een begeren zonder einde, zonder begin
in een droom van eeuwig eenzaam blijven.
Want dat lot is ons als man en vrouw beschoren:
we hebben ons voor altijd aan elkaar verloren.
Ronny Castelein