Ik verhul mezelf in niets dan zwart,
zwarte stenen in mijn hart, van dagen
tot jaren, van toen tot nooit nu,
ik zoek steeds weer naar morgen
om aan vandaag voorbij, vrij te zijn.
En ik vind, niets dan dood in iedere
hoek, springen van grote hoogten,
hangen aan takken zonder vel
en als ik hier vallen zou
overleef ik dat dan wel.
Zo gooi ik al mijn ruiten in,
deuren dicht, muren omhoog,
harder dan je vangen kan.